Aansluiten op een warmtenet: wat moet je weten?

Lengte van de leiding

De aansluitleiding tussen het warmtenet en de woning mag niet langer zijn dan 25 meter bij collectieve of niet-residentiële gebouwen, of 10 meter bij afzonderlijke woningen. Binnen de woning loopt de leiding maximaal 6 lopende meter door (ondergronds, in de kelder of in een toegankelijke kruipruimte).

De algemene richtlijnen zijn van toepassing als het warmteafgiftestation niet verder ligt dan respectievelijk 25 of 10 meter van de rooilijn. Is de afstand groter? Dan bekijken we dit apart met jou.

Geïsoleerde leidingen

De aanvoer- en retourleidingen van flexibel staal zijn omhuld door PUR-isolatie (poly-urethaan) en een mantel van polyetheen (PE). De uitwendige diameter van de mediumbuis is 25 millimeter, die van de PE-mantel is 90 millimeter. De aanvoertemperatuur schommelt meestal tussen 65 en 110°C.

Leidingtracé

De twee aansluitleidingen komen binnen via dezelfde sleuf. Die sleuf wordt gegraven in overleg met Fluvius en komt tot aan de rooilijn in het verlengde van de bochten. De bochten worden verlengd met buizen van dezelfde doorsnee.

Locatie van de afleverset met aansluitplaat

De afleverset plaatsen we in een wand, die we afwerken met een aansluitplaat. Die waterbestendige plaat in multiplex is 18 millimeter dik en bevestigen we op een minimale hoogte van 1,80 meter vanaf de afgewerkte vloer.

De locatie van de afleverset met aansluitplaat moet een droge en makkelijk bereikbare plaats zijn, zo dicht mogelijk bij de openbare weg. Die ruimte is best minimaal 2 meter hoog, toegankelijk, goed verlicht en beschermd tegen weersinvloeden (droog, vorst- en windvrij).

De garage of inkomhal zijn het meest geschikt. Ruimtes lager dan de eerste kelderverdieping, een carport, koel- en vriesruimtes, badkamers, slaapkamers, kruipruimtes, liftkokers, doucheruimtes of toiletten zijn verboden.

Op zoek naar meer technische details

Raadpleeg onze brochures: